Op de website van het De Pont Museum omschrijven ze zich als “Hét museum voor hedendaagse kunst, gevestigd in een oude wolspinnerij in Tilburg”. Wij waren er nog nooit geweest en aangezien we willen proberen alle interessante musea in de buurt te bezoeken besloten we afgelopen zaterdag richting Tilburg te rijden.
Sneller dan gedacht stonden we op de parkeerplaats van het museum. De weg naar het museum wordt eigenlijk best goed aangegeven door van die bruine ‘attractie’ bordjes in de stad dus dat maakte de reis zeer eenvoudig maar vooral het feit dat mijn reisgenote totaal niet naar mij luisterde toen ik haar helemaal de verkeerde kant op wilde sturen verkortte de rit aanzienlijk.
Het De Pont Museum heeft een parkeerplaats met plek voor een auto of 20, als ik het me goed herinner, en parkeren kost € 5,- als je naar het museum gaat en, waarschijnlijk door het gebrek aan parkeerplekken, € 25,- als je er alleen parkeert. Aangezien het museum € 16,- kost is het dus goedkoper om te parkeren en een kaartje te kopen en daar lekker naar het, overigens zeer schone, toilet te gaan dan alleen parkeren.
Het De Pont Museum ziet er van buiten best wel sober uit maar binnen is het heel mooi. Het liep tegen 12 uur en wij hadden nog zeer weinig gegeten of gedronken dus we doken meteen het restaurant in, wat we overigens bijna altijd doen. Ik bestelde een thee, mijn reisgenote een Ice Tea en we deelde een heerlijke punt appeltaart (met verschrikkelijk lekkere slagroom) die net zo prijzig was als hij lekker was. De punt appeltaart kostte maar liefst € 5,90 en we waren totaal met entree tickets, parkeerkaart en het bonnetje van restaurant al € 50,- euro kwijt en we hadden buiten de posters in het restaurant nog niets ‘kunstigs’ gezien.
Eerst even naar het toilet en daarna de eerste zaal in. Ik heb heel veel musea bezocht en ik heb heel veel kunst gezien maar ik pretendeer totaal niet dat ik er verstand van kunst heb. Ik vind het mooi of interessant of niet. Dus verwacht geen waardeoordeel van deze Influenzeur van de collectie van het De Pont Museum.
In het De Pont Museum is altijd hun vaste collectie te zien aangevuld met wisselende tentoonstellingen. Als ik terug denk aan ons bezoek vond ik denk ik 90% wat ik gezien heb erg mooi en zijn de zalen waar de kunst in te zien is ook prachtig. Wat ook fijn was dat het niet enorm groot is. Ik heb de aandachtsspanne van een goudvis maar het museum is precies groot genoeg om mijn aandacht de hele tijd vast te houden.

Ook scheelde het dat we bijna aan het einde even rustig konden kijken naar de overweldigende video projectie uit meerdere beamers van Meiro Koizumi. Zoals je op de afbeelding kan zien werden er verschillende beelden over elkaar geprojecteerd in kleur en zwart wit. Daarbij verscheen er af en toe een tekst op een langwerpige monitor en werd die tekst in het Japans uit de speakers geknald. Ik besef dat als ik het zo opschrijf het totaal niet interessant overkomt maar ik heb denk ik meer dan 10 minuten ademloos zitten kijken en dat kan ik niet eens naar een wedstrijd van Feyenoord.

Van diezelfde kunstenaar, Meiro Koizumi dus, hebben ze ook nog andere video-installaties en vooral The Angels of Testimony, een oud soldaat verteld over wat hij meegemaakt heeft in de oorlog, maakte erg veel indruk.
Veruit mijn favoriete kunstwerken uit de collectie waren één van de 7 delen van Pooling – You van Roni Hoorn (links) en Hotel (ten Thousand Waves) van Isaac Julien (rechts).

Na dik een uur hadden we, op onze manier alles gezien, en wilde we naar het centrum van Tilburg. Toen ik in het museumwinkeltje stond vroeg mijn vrouw hoe ver het lopen was naar het Centrum en dat bleek 20 minuten te zijn. Ik loop elke ochtend een uur lang een route die mij rond het dorp laat lopen dus 20 minuten zou geen probleem moeten zijn.
Nou deden we er minder dan 20 minuten over door flink door te stappen maar ik was blij dat we er waren want het was best wel warm. Ik had, in tegenstelling van mijn reisgenote, wel onthouden dat Tilburg een filiaal van Taco Bell heeft dus ik kon mijn reisgenote verrassen met haar favoriete fastfood. We namen een “Summer Meal” of iets met ongeveer met die naam en een flesje water. Bij het afrekenen bleek dat de prijzen op de borden exclusief BTW waren. Zo vreemd. Dus dat “Summer Meal” was helemaal geen € 7,95 maar een paar euro duurder. Vreemd verhaal.
Op zich was het eten best wel lekker en omdat we nu weer uitgerust waren konden we de omweg naar onze auto op de parkeerplaats van het De Pont Museum voortzetten. Mijn reisgenote ging even kijken voor thee bij Søstrene Grene en kwam daarna met een enorme tas vol met allemaal gratis dingen weer naar buiten. “Die mevrouw zei dat ik als ik iets leuk vond wat daar op het tafeltjes stond dat mee mocht nemen”. Heel onverstandig vond mijn reisgenote 4 potten muurverf van 2 kilo per stuk “erg leuk” dus daar heeft ze heel de wandeling mee lopen sjouwen. “Moet ik je tas even dragen?” “Nee hoor gaat wel”.
We gingen de winkel in van Guts & Gusto omdat ik het raar vond om alleen daar rond te gaan lopen en mijn reisgenote dwong mee naar binnen te gaan die meteen allemaal leuke kleding zag die ze te duur vond en de volgende dag via Vinted heeft gekocht. We liepen naar de winkel van GoBritain en daarna het Dwaalgebied door richting het Wilhelminapark waar een parkfeest was.
We liepen voor het park in gingen naar de geweldige Turkse(?) Avantage supermarkt kochten daar brood, heerlijke verse Baklava en een blikje cola. Dat blikje cola dronk ik op op een bankje in het Wilhelminpark waar het feest langzaam was losgebarsten, luisterend naar de soundcheck van een punkbandje wat niet veel goeds beloofde maar zeer voortvarend en ook nog met z’n alleen retestrak van leer trok nadat de zanger zeer overtuigd had afgeteld van 1 tot 3.
Toen de cola op was liepen we weer naar de auto en reden we rustig, maar aardig vermoeid, weer naar huis. Wat een leuke dag.